EFFECTIEF ARMOEDEBELEID EN HET OVERWINNEN VAN SCHAAMTE EN ANGST

Geschreven door: Sharif Rabbae en Faith Rusmianto, februari 2017.

Ook in 2017 leven nog veel Nederlandse huishoudens onder de lage-inkomensgrens. Op woensdag 8 februari 2017 meldde het CBS dat het gaat om 626.000 huishoudens. Adviseurs van Publinc constateren dat een hardnekkig taboe op schulden en armoede veel minimagezinnen, waaronder veel oud-migranten, belet om structurele oplossingen te onderzoeken. Tegelijkertijd lijkt de weg naar gemeentelijke voorzieningen voor sommige kwetsbare groepen ingewikkeld en confronterend. Intermediairs met stevige wortels in de minimagemeenschappen kunnen deze kloof tussen overheid en burger dichten.

De cijfers en nieuwskoppen liegen er niet om; volgens de nieuwe berekeningen van het CBS kent Nederland honderdduizenden huishoudens met onvoldoende inkomsten om een minimaal consumptieniveau te bereiken. Nu we officieel afscheid hebben genomen van de economische crisisjaren, zouden veel Nederlandse burgers het beter moeten krijgen. In enkele postcodes is het armoedeprobleem echter zo hardnekkig dat structurele positieverbetering voor hen een utopie blijft. Overheidssteun is voor deze mensen een voorwaarde voor levensonderhoud.

Door verdere decentralisering zijn Nederlandse gemeenten hoofdverantwoordelijk voor de uitvoer van het landelijk armoedebeleid. In 2017 krijgen gemeenten 90 miljoen euro extra voor armoedebeleid en schuldhulpverlening. Gemeenten doen er over het algemeen veel aan om ervoor te zorgen dat dit geld bij de mensen terecht komt die dit het hardst nodig hebben. De ijzeren wet van beleidseffecten dicteert echter dat uiteindelijk vooral de ‘topdogs’ binnen de doelgroep profijt zullen halen uit maatregelen die vooral de ‘underdogs’ zouden moeten bereiken. De mensen met de grootste hulpvraag profiteren dus vaak het minste. Dit betekent geenszins dat er sprake is van falend beleid. Wel zouden gemeenten het bereik van het beleid kunnen vergroten door nieuwe, slimme samenwerkingsverbanden aan te gaan.

Strookt bovenstaande constatering met de ervaringen van Publinc in het veld? Adviseurs van Publinc zien inderdaad dat veel migrantengemeenschappen die baat kunnen hebben bij steun van de overheid, niet op de hoogte zijn van voorzieningen in hun gemeente. Wanneer mensen wél op de hoogte zijn, krijgen ze maar moeilijk vat op de aanvraagprocedure. Een gratis te gebruiken laptop, korting op het openbaar vervoer of een tegemoetkoming in bijzondere ziektekosten: er is in deze gemeenschappen weinig over bekend.
Daarnaast merken we een, vaak onterechte, angst voor ongewenste neveneffecten die het recht op uitkeringen of andere toeslagen zouden aantasten. Communicatie- en informatiebarrières blijken cruciaal voor het geringe bereik van gemeentelijke voorzieningen binnen deze doelgroepen.

We moeten daarnaast onderkennen dat minima met een migrantenachtergrond de weg naar voorzieningen soms versperd zien door barrières van schaamte en angst. Vooral wanneer iemand zelf direct debet is aan het ontstaan van zijn of haar schulden, vormt de benarde financiële positie een bron van schaamte. De diagnose van het fundamentele probleem blijft hierdoor in gebreke en ‘kale’, traditionele hulpverlening zal slechts gedeeltelijk effectief zijn. Bijvoorbeeld: wanneer iemands schulden het gevolg zijn van een gokverslaving, wordt dit in veel gevallen achtergehouden voor de eigen omgeving en zelfs hulpverlenende instanties. Vrienden, familie, buurtgenoten maar ook hulpverleners hebben hierdoor geen weet van de oorzaak van het probleem. Hierdoor zijn ze niet in staat om gericht te interveniëren. Hetzelfde gaat vaak op voor gebrekkige leesvaardigheid die bijdraagt aan de stapeling van boetes en aanmaningen: de schaamte voor het eigen onbegrip belet veel mensen om de echte oorzaak van hun eigen schulden en armoede te onderkennen.

Het taboe op schulden of, beter gezegd, het taboe op verkeerde financiële keuzes is in veel gevallen sterker dan de hulpvraag. Mensen voor wie dit geldt, zullen zelf niet snel initiatief nemen het probleem bij de wortels aan te pakken. Afzondering, sociaal isolement en processen van vervreemding liggen op de loer.

Er bestaat een noodzaak om bepaalde minimagroepen op een andere manier te benaderen. De benadering dient rekening te houden met schaamte, tunnelvisie en handelingsverlegenheid van mensen in armoede. Alleen cultureel sensitieve en ervaringsdeskundige intermediairs weten deze groepen effectief bij te staan en aan gemeentelijke hulpverlening te koppelen. Publinc heeft daarom samen met enkele gemeenten de taak op zich genomen om het culturele gat tussen de overheid en kwetsbare minimagroepen te dichten.

In 2015 heeft Publinc samen met het Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders en het Inspraak Orgaan Turken het landelijk project Omarmen opgezet, waarmee we 40 sleutelpersonen uit migrantengemeenschappen in 20 gemeenten in Nederland hebben opgeleid tot intermediairs. Primaire doel was het doorbreken van het taboe op armoede in de Turkse en Marokkaanse gemeenschap. Een eerste stap in het overbruggen van de kloof was het inzetten van intermediairs met een netwerk binnen deze moeilijk te bereiken gemeenschappen. De meest effectieve intermediairs weten in welke wijken de minima wonen en kloppen zelf aan bij mensen in hun achterban die het moeilijk hebben. Zij hebben kennis over de gemeentelijke voorzieningen, lokale initiatieven en de culturele barrières die een expliciete hulpvraag in de weg staan.

Publinc heeft door Omarmen bijgedragen aan de vergroting van de zelfredzaamheid en zelfstandigheid, het doorbreken van het sociaal isolement en het verbinden van deze groepen aan bestaande (zelfhulp)initiatieven en voorzieningen. Door Omarmen hebben we kunnen constateren dat diverse gemeenten de noodzaak voelen om de afstand tot minima te verkleinen met creatieve oplossingen. Het volgende traject zal bestaan uit het ondersteunen van minima bij het vinden van snelle, praktische oplossingen om de financiële lasten op de korte termijn te verlagen. Minima bijstaan bij het aanvragen van gemeentelijke voorzieningen is hier een voorbeeld van. Daarnaast zal Publinc zich blijven inzetten voor structurele verbetering van de uitgangspositie van minima.

De positie van Publinc als intermediair geeft gemeenten de mogelijkheid om de effectiviteit van hun armoedebeleid in partnerschap aan te scherpen. Daarnaast zetten we de deur naar de gemeente weer open voor mensen die een afstand voelen tot de overheid. De tweeledige werking moet de positie van kwetsbare burgers in arme buurten uiteindelijk sterker maken.

Heeft u een vraag over onze diensten op het gebied van armoedebestrijding? U kunt contact opnemen met onze adviseur Sharif Rabbae via e-mailadres s.rabbae@publinc.nl.

Sharif Rabbae
Faith Rusmianto

Bron: https://www.ser.nl/nl/publicaties/adviezen/2010-2019/2017/opgroeien-zonder-armoede.aspx